Tips en trics voor het roken van vlees

Tips en trics voor het roken van vlees

In deze blog gaan we het hebben over vlees roken. Gerookt vlees is met heel veel dingen lekker te combineren. ALDI verkoopt goedkoop vlees wat van hoge kwaliteit is, vooral als je het vergelijkt met vlees van andere supermarkten. Dit leent zich hier fantastisch voor. Lees vooral verder en kom achter al de tips en trics!

De voorbereiding

1. Langzaam en regelmatig garen, de hele dag lang

Ik weet dat het een cliché is, maar barbecueën is iets waar je geduld voor moet hebben en plezier in moet hebben. Je moet voor het roken van vlees gewoon een lange tijd uittrekken.

2. Zorg voor het juiste vlees

Spareribs zijn eigenlijk het ideale vlees om te roken en op de barbecue te doen. Spareribs hebben veel smaak. Je kan ze gemarineerd kopen of ervoor kiezen om ze zelf te marineren.  Het lekkerste is om gewoon een groot stuk te kopen, wat je later in kleine stukken kan snijden en verdelen.

3. Zorg voor het juiste hout

Hickory is perfect om te gebruiken als hout voor de bbq om je vlees mee te roken, ze smeulen en zullen minder snel ontvlammen dan stukjes. Er zijn verschillende soorten, zoals: appel, kers of eik. Probeer mesquite te vermijden omdat het een erg scherpe smaak heeft. Vermijd houtsoorten zoals dennenhout. Dit kan namelijk giftig zijn. Hout toevoegen bij kolen zorgt ervoor dat er meer smaak aan het vlees komt.

4. Kolen

Wees voorzichtig met het gebruik van aanmaakvloeistof of met briquette of houtskool wat is geïmpregneerd door aanmaakvloeistof. Het beste kan je gebruik maken van briketten van hoge kwaliteit of losse houtskool. Het is belangrijk om altijd kolen bij de hand te hebben, zodat je zelf invloed kan hebben op de temperatuur.

5. De rub op je vlees

Als je vlees niet gemarineerd is, maak dan een rub, en als je geen rub gebruikt, gebruik dan gewoon zout en zwarte peper. Als je het ook pekelt, loop je het risico dat de ribben te zout worden. Je hoeft niet te pekelen. Als je het laag en langzaam genoeg bakt, laat je het collageen in het vlees zijn werk doen. Het breekt af en wordt gelatine-achtig, wat zorgt voor die zijdezachte textuur waar veel mensen van houden. Als je je vlees in de rub hebt gezet dan ben je ready om het op de gril te gaan leggen.

Vlees roken

Je rookt misschien wel voor de eerste keer vlees, dus je hebt waarschijnlijk (nog) geen rookoven. Gebruik dan een goede oude houtskoolgrill. Het enige verschil is dat er misschien maar één sparerib oppast i.p.v. twee.

Zo doe je dat: Open je grill, stapel er dan aangestoken kolen op, waarbij je alle kolen aan één kant van de grill houdt. Voeg langzaam de kolen toe totdat het geheel 250 graden wordt (het heetste dat je rookoven of grill ooit zou moeten worden). Als je geen temperatuurmeter op je grill hebt, koop dan een infraroodthermometer en gebruik dat.

Je kan ook gebruik maken van de Mississippi methode. Als je je hand drie 'Mississippi' seconden boven de kolen kunt houden, moet je er wat meer kolen bij doen. Als je het niet langer dan twee seconden kunt volhouden, is het bijna te heet. Je hebt twee Mississippi’s nodig.

1. Niet te heet, niet te koud

Nadat je je grill op 250 graden hebt gekregen, leg je het rooster terug, leg je je ribben aan de andere kant van de kolen en doe je het deksel van je grill erop.

We shocken de kou van de ribben zodra ze in de rookoven gaan. Zodra je het vlees erin stopt, wil je ervoor zorgen dat het stabiel blijft rond 220 graden. Je zal merken dat wanneer je het vlees erop legt, veel warmte verloren gaat. Dat is de grote reden dat je net iets heter wilt beginnen, omdat de ribben de temperatuur omlaag zullen trekken. Het zit zo: je kunt altijd hitte toevoegen, maar het is heel moeilijk om het weg te nemen. Probeer een temperatuur van 220 graden aan te houden. Het is geen rocket science, maar je moet zo rond die temperatuur zitten en het in de gaten blijven houden. Elke 30 tot 45 minuten zul je kolen moeten toevoegen. Maar dat is prima! Dat is het punt van barbecueën.

2. Niet aanraken!

Sommige mensen gebruiken graag een spuitpistool om het vlees te bevochtigen, maar dat nergens voor nodig. Het is daarnaast ook niet nodig om je vlees om te draaien, of de gril te openen. Je kookt namelijk met een indirecte warmte, niet direct boven een vuur, dus je hoeft ze niet om te draaien. Het heeft geen zin om naar de ribben te kijken. Hou gewoon de deksel op de pan en hou de temperatuur goed in de gaten. Als je een grill gebruikt en geen rookoven, moet je wel het deksel openen om de kolen bij te vullen. Verwijder het vlees en het rooster met ovenwanten, leg de hete kolen erin, plaats het rooster en het vlees terug en sluit snel het deksel.

3. Vier uur later...

Na ongeveer vier uur is het tijd om het deksel te openen. Het vlees moet een beetje loskomen van de botten. Gebruik een ovenwant, leg je hand plat en leg een van die plakken ribben op je want. Als de uiteinden van de ribben stuiteren als je je hand op en neer beweegt, hebben ze meer tijd nodig - waarschijnlijk nog een uur. Als je ze omhoog houdt en de plak begint uit elkaar te vallen en in het midden te breken, heb je ze te gaar gemaakt. Wat niet erg is. Niemand zal klagen. Maar idealiter wil je ze een beetje slap zien, maar niet uit elkaar willen vallen.

4. De afwerking

Serveer die ribbetjes niet droog! Als ze gaar zijn, pak je je barbecuesaus en glaceer je die ribbetjes. Je kunt ze op directe hitte op de grill leggen, of ze met saus bedekken, ze 15 tot 20 minuten terug op rook leggen en ze vervolgens afbakken. Dan zijn ze gaar.