Waarom slaapt mijn baby overdag goed maar 's nachts slecht?
Veel ouders maken het mee: hun baby doet overdag heerlijke dutjes van soms wel twee uur, terwijl de nachten onrustig verlopen met veel gejammer, korte slaapcycli en veelvuldig wakker worden. Dit lijkt misschien onlogisch, maar het komt vaker voor dan je denkt. In dit artikel leggen we uit waarom baby's overdag goed kunnen slapen maar 's nachts moeite lijken te hebben.
Het verschil tussen dag- en nachtslaap bij baby's
Pasgeboren baby's hebben nog geen duidelijk slaapritme. Hun biologische klok, ook wel circadiaans ritme genoemd, is nog niet ontwikkeld. Hierdoor maken ze geen onderscheid tussen dag en nacht. Rond de leeftijd van zes tot acht weken begint dit ritme zich langzaam te ontwikkelen. Tot die tijd is het normaal dat baby’s overdag soms beter slapen dan in de nacht.
Daarnaast helpt licht overdag de ontwikkeling van dat slaapritme. Overdag is het lichter, actiever en zijn er meer prikkels. Dit maakt het voor de baby makkelijker om korte, diepe dutjes te doen. 's Nachts is het stil en donker, wat paradoxaal genoeg onwennig en onrustig kan aanvoelen in de eerste maanden.
Oververmoeidheid kan 's nachts voor onrust zorgen
Hoewel het kan lijken alsof je baby voldoende rust krijgt overdag, is het mogelijk dat hij of zij in werkelijkheid oververmoeid raakt. Een baby die de hele dag wakker wordt gehouden in de hoop 's nachts beter te slapen, kan juist tegenstrijdig reageren. Oververmoeidheid zorgt voor hogere stressniveaus, waardoor je baby ’s nachts onrustiger slaapt.
Een goed dagritme, met voldoende maar niet te veel slaapmomenten, helpt om de nachtrust te verbeteren. Baby’s hebben behoefte aan regelmaat, rust en herkenbaarheid. Idealiter volgt een wakkertijd altijd op een dutje, en niet abrupt op activiteit of voeding zonder pauze.
Wat kun je doen om de nachtrust te verbeteren?
Creëer een duidelijk slaapritueel voor het slapengaan
Een klein ritueel voor de nacht helpt je baby te begrijpen dat het tijd is om te gaan slapen. Denk aan een warm badje, een rustig muziekje of een boekje. Zorg dat dit ritueel elke avond op ongeveer hetzelfde tijdstip gebeurt, zodat er herkenning ontstaat.
Gebruik het verschil tussen dag en nacht bewust
Laat overdag veel licht binnen, praat actief tegen je baby en houd activiteiten levendig. In de avond en nacht demp je het licht, spreek je zachtjes en beperk je interactie. Door dit onderscheid te maken leert je baby vanzelf wat dag en nacht betekent.
Volg het natuurlijke ritme van je baby
Hoewel routines helpen, is het belangrijk om ook het natuurlijke ritme van je baby te respecteren. Kijk naar lichaamssignalen zoals gapen, wegkijken of jengelen. Forceer geen slaaptijden, maar biedt troost, voeding en rust als dat nodig blijkt.
Wanneer moet je je zorgen maken?
Als je baby langdurig slecht slaapt ’s nachts en ook overdag steeds onrustiger wordt, kan het raadzaam zijn om hulp in te schakelen. Denk hierbij aan een consultatiebureau, huisarts of een slaapcoach voor baby’s. Ook bij fysieke signalen als reflux of koorts is het belangrijk om medisch advies in te winnen.
Geduld, rust en observatie zijn vaak de sleutel tot verbetering. Elk kind is anders en ontwikkelt zijn of haar slaapvermogen op een eigen tempo.